Verwarmen van kerkgebouwen: mag het wat lager?

Caroline Meert & Hilde Wouters - 27/10/2022

De energieprijzen swingen ondertussen de pan uit en kerkfabrieken kreunen onder torenhoge energiefacturen. Ook al voor de energiecrisis was het voor kerkfabrieken een kwestie van een geschikt compromis te vinden tussen menselijk comfort, de noden van het gebouw én het waardevol interieur, energieverbruik en kosten. Aangezien niemand weet wat ons deze winter nog te wachten staat, krijgt Monumentenwacht Interieur steeds meer vragen over het lager zetten van de verwarming in de kerken.
Maar mag dat wel en wat zijn de risico’s hiervan voor het erfgoed?
We helpen jullie graag op weg met enkele bruikbare tips om het energieverbruik te beperken, zonder schade aan het interieur te veroorzaken.

De algemene klimaatrichtlijn van Monumentenwacht is een basistemperatuur tussen 5°C en 12°C. De gebruikstemperatuur mag maximaal 10° C hoger liggen dan de basistemperatuur. Voor de relatieve vochtigheid zijn de grenzen tussen 40% en 70%.
Deze onder- en bovengrenzen zijn niet zomaar gekozen. De grenswaarden voor relatieve vochtigheid zijn voornamelijk om mechanische schade onder andere barsten (onder 40%) en vochtgerelateerde schade zoals schimmels (boven 70%) te vermijden. De ondergrens van 5°C is belangrijk om het bevriezen van leidingen te voorkomen en ook schade aan interieurelementen door te lage temperaturen - zoals verlijmingen - te vermijden. De basistemperatuur in de meest kerken was tot nu toe wel 10 à 12°C. Deze hogere basistemperatuur maakt het ook mogelijk het gebouw relatief snel en veilig op te warmen tijdens erediensten. Ook zorgt een hogere basistemperatuur ervoor dat perioden van hoge relatieve vochtigheid worden vermeden, waardoor het risico op schimmelgroei en condensvorming drastisch afneemt.

Het is evident dat het verlagen van de basis- en gebruikstemperatuur de eenvoudigste manier is om het energieverbruik naar beneden te krijgen. Een verlaging van de basis- en gebruikstemperatuur met 1 of 2 graden, levert op jaarbasis al een aanzienlijke kostenbesparing op en houdt weinig risico’s in voor het behoud van waardevolle interieurelementen. Weinig risico’s is echter niet zonder risico. Het gevaar ligt dan vooral in condensvorming, en het daarmee gepaard gaande risico op schimmelgroei, microklimaten en vochtgerelateerde schade zoals corrosie, houtrot, insecten, enz. Dit probleem stelt zich voornamelijk ter hoogte van koudebruggen of thermische bruggen. Dit zijn simpel gezegd de plaatsen waar de “kou” van buiten door de constructie naar binnen gaat, zoals vloeren en wanden, raamconstructies, … Een interieurrapport van Monumentenwacht brengt de gevoelige zones - waar al oppervlakteschimmel, zoutuitbloei, insecten en vochtschade werd aangetroffen - in kaart, zodat dit beter kan opgevolgd worden. Bij het verlagen van de basistemperatuur in de kerk zijn dit dus de plaatsen die goed in de gaten moeten worden gehouden.

Door de kleine bezoekersaantallen is het bij erediensten zeker niet nodig om de volledige kerk te verwarmen en kan er gekozen worden om dit plaatselijk te doen, in een winterkapel of een kleinere ruimte, of te kiezen voor lokale verwarming zoals dekentjes, warmtekussens of lokale voetverwarming. Dit betekent een enorme energiebesparing. Daarnaast is dit voordelig voor het erfgoed in de kerk aangezien het aanhouden van de basistemperatuur zorgt voor een stabiel binnenklimaat.

Het blijft echter noodzakelijk om het klimaat in een kerk - zeker wanneer het stookregime wordt aangepast - goed te blijven opvolgen en meten. Meer informatie over hoe, wat en waar gemeten moet worden, wordt besproken op de website van FARO (Hoe meet u het binnenklimaat? | FARO).

Online vragenuurtje op 10 november

Schrijf je zeker in voor ons online vragenuurtje over het binnenklimaat in kerken op donderdag 10 november 2022 en aarzel niet contact op te nemen met Monumentenwacht Interieur voor advies en ondersteuning op maat.

Enkele nuttige tips om met minder kleerscheuren de energiecrisis door te komen:

  • stel de start van het stookseizoen zo lang mogelijk uit;

  • verlaag de basistemperatuur en beperk de gebruikstemperatuur tijdens erediensten tot max. 18°C;

  • organiseer de erediensten niet in de kerk maar in een winterkapel of een andere kleinere ruimte die makkelijk te verwarmen is;

  • sluit het portaal tijdens de eredienst;

  • investeer in goedkope lokale alternatieven zoals fleecedekentjes of warmtekussens;

  • Voorzie - indien mogelijk - overgordijnen en tochthonden aan deuren.