Behoud en beheer van prehistorische grafheuvels en urnenvelden
Infoblad
Vanaf het laatneolithicum tot de ijzertijd (ca. 2900-450 v.Chr.) was het gebruikelijk de doden te begraven in grafheuvels en urnenvelden. Aangezien de grafheuvels bovengronds vaak al sterk afgevlakt zijn, gaat het om een uiterst kwetsbaar bodemarchief. Een actief instandhoudingsbeheer is dan ook van groot belang.
Bij het beheer van urnenvelden gaat het er in de eerste plaats om dat de archeologische waarde als wetenschappelijke informatiebron zoveel mogelijk behouden wordt. Daarom wordt er gestreefd naar een zo goed mogelijk behoud ter plekke (in situ) van de nog aanwezige archeologische relicten en sporen. Dit omvat zowel de zichtbare grafheuvels als het bodemarchief onder, tussen en rond de grafheuvels.
Het streefdoel is dan ook om bodemingrepen en wijzigingen aan het microreliëf zoveel mogelijk te vermijden. Ook schade door natuurlijke oorzaken dient zoveel mogelijk vermeden te worden.
In dit infoblad van Monumentenwacht Archeologie kom je meer te weten.